ECLI:NL:RVS:2025:2246

Raad van State

Datum uitspraak
19 mei 2025
Publicatiedatum
19 mei 2025
Zaaknummer
202502329/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen uitspraak rechtbank over ophouding voor verhoor door de minister van Asiel en Migratie

Op 2 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant opgehouden voor verhoor. Hiertegen heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. A. Habib-Portier, advocaat in Oss, beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft op 11 april 2025 het beroep ongegrond verklaard. Appellant heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 19 mei 2025 uitspraak gedaan. In de overwegingen werd vastgesteld dat de uitspraak van de rechtbank betrekking had op de ophouding krachtens artikel 50, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Het bleek dat hiertegen geen hoger beroep mogelijk was, zoals vermeld in artikel 84, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. De Afdeling verklaarde zich onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen, en de minister was niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.M. Vos, griffier.

Uitspraak

202502329/1/V3.
Datum uitspraak: 19 mei 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[appellant],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Zwolle, van 11 april 2025 in zaak nr. NL25.15338 in het geding tussen:
appellant
en
de minister van Asiel en Migratie.
Procesverloop
Bij besluit van 2 april 2025 heeft de minister appellant opgehouden voor verhoor.
Bij uitspraak van 11 april 2025 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. A. Habib-Portier, advocaat in Oss, hoger beroep ingesteld.
Overwegingen
1.       De uitspraak van de rechtbank gaat over de ophouding krachtens artikel 50, derde lid, van de Vw 2000. Hiertegen kan geen hoger beroep worden ingesteld (artikel 84, aanhef en onder a, van de Vw 2000). Dat onder de uitspraak ten onrechte staat dat wel hoger beroep kan worden ingesteld, verandert dat niet.
2.       De Afdeling is onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart zich onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.M. Vos, griffier.
w.g. Sevenster
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. Vos
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 19 mei 2025
644-1073