ECLI:NL:RVS:2025:2246
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen uitspraak rechtbank over ophouding voor verhoor door de minister van Asiel en Migratie
Op 2 april 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie appellant opgehouden voor verhoor. Hiertegen heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. A. Habib-Portier, advocaat in Oss, beroep ingesteld bij de rechtbank. De rechtbank heeft op 11 april 2025 het beroep ongegrond verklaard. Appellant heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 19 mei 2025 uitspraak gedaan. In de overwegingen werd vastgesteld dat de uitspraak van de rechtbank betrekking had op de ophouding krachtens artikel 50, derde lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Het bleek dat hiertegen geen hoger beroep mogelijk was, zoals vermeld in artikel 84, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. De Afdeling verklaarde zich onbevoegd om van het hoger beroep kennis te nemen, en de minister was niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. W.M. Vos, griffier.