ECLI:NL:RVS:2025:2232
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- M. den Heyer
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot overdracht naar Kroatië
Op 14 mei 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in een asielzaak. Verzoeker had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de minister van Asiel en Migratie op 21 augustus 2023 niet in behandeling werd genomen. Hiertegen heeft verzoeker, vertegenwoordigd door mr. C.F. Wassenaar, hoger beroep ingesteld na een ongegrondverklaring van de rechtbank op 22 april 2025. In het kader van dit hoger beroep verzocht verzoeker de voorzieningenrechter om te bepalen dat zijn voorgenomen overdracht naar Kroatië op 16 mei 2025 achterwege blijft totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gelet op de aangevoerde argumenten, het niet aannemelijk is dat de uitspraak van de rechtbank zal worden vernietigd. De belangen van de minister en de belangen van verzoeker zijn tegen elkaar afgewogen. De voorzieningenrechter concludeert dat de overdracht van verzoeker aan Kroatië geen onomkeerbare gevolgen heeft. Mocht blijken dat Nederland verantwoordelijk is voor de behandeling van het asielverzoek, kan verzoeker vanuit Kroatië teruggeleid worden naar Nederland. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en beslist dat de minister geen proceskosten hoeft te vergoeden.