ECLI:NL:RVS:2025:2217
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag inzake bewaring van appellant door de minister van Asiel en Migratie
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, van 17 april 2025. De rechtbank had in die uitspraak het beroep van appellant ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De minister van Asiel en Migratie had op 2 april 2025 besloten appellant in bewaring te stellen. Appellant, vertegenwoordigd door mr. M.B.J. Strooij, heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 19 mei 2025 uitspraak gedaan. De Afdeling oordeelt dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank heeft terecht en op goede gronden geoordeeld. De Afdeling neemt de motivering van de rechtbank over en ziet geen reden om de bewaring onrechtmatig te achten. Het hoger beroep is ongegrond en de Afdeling bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door mr. N. Verheij, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. N.A. de Jong, griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken op 19 mei 2025.