ECLI:NL:RVS:2025:2028

Raad van State

Datum uitspraak
6 mei 2025
Publicatiedatum
6 mei 2025
Zaaknummer
202406649/1/V3
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • H.G. Sevenster
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 6 mei 2025 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant tegen een besluit van de minister van Asiel en Migratie. De minister had op 23 september 2024 de aanvraag van de appellant om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, verklaarde op 25 oktober 2024 het beroep van de appellant ongegrond. De appellant, vertegenwoordigd door mr. E.W.M. ter Meulen-Mouwen, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. Tijdens de procedure heeft de minister laten weten dat de appellant met hulp van de NGO Solid Road naar Marokko is vertrokken, zijn land van herkomst. De gemachtigde van de appellant heeft aangegeven geen contact meer met hem te hebben, wat leidt tot de conclusie dat de appellant geen bescherming meer in Nederland zoekt. Hierdoor heeft de Afdeling geoordeeld dat de appellant geen belang meer heeft bij een beoordeling van het hoger beroep, wat resulteert in de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep. De minister is niet verplicht om de proceskosten te vergoeden.

Uitspraak

202406649/1/V3.
Datum uitspraak: 6 mei 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
[appellant],
appellant,
tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, van 25 oktober 2024 in zaak nr. NL24.36992 in het geding tussen:
appellant
en
de minister van Asiel en Migratie.
Procesverloop
Bij besluit van 23 september 2024 heeft de minister een aanvraag van appellant om hem een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd te verlenen, niet in behandeling genomen.
Bij uitspraak van 25 oktober 2024 heeft de rechtbank het daartegen door appellant ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft appellant, vertegenwoordigd door mr. E.W.M. ter Meulen-Mouwen, advocaat in Roermond, hoger beroep ingesteld.
De minister heeft nadere stukken ingediend, waarop appellant heeft gereageerd.
Overwegingen
1.       De minister heeft de Afdeling laten weten dat appellant met hulp van de NGO Solid Road is vertrokken naar Marokko, zijn land van herkomst. De gemachtigde van appellant heeft laten weten geen contact meer met hem te hebben. Daaruit leidt de Afdeling af dat appellant niet langer bescherming in Nederland zoekt. Daarom heeft appellant geen belang bij een beoordeling van het hoger beroep.
2.       Het hoger beroep is niet-ontvankelijk. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. N.A. de Jong, griffier.
w.g. Sevenster
lid van de enkelvoudige kamer
w.g. De Jong
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 6 mei 2025
981