ECLI:NL:RVS:2025:1982
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Sevenster
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake afwijzing verblijfsvergunning asiel door de minister van Asiel en Migratie
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een appellant tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de minister van Asiel en Migratie. De minister heeft op 17 november 2024 de aanvraag van de appellant afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank Den Haag heeft op 19 februari 2025 het beroep van de appellant gegrond verklaard en het besluit van de minister vernietigd, maar de asielaanvraag alsnog afgewezen als ongegrond. De rechtbank heeft bepaald dat de appellant binnen vier weken na verzending van de uitspraak naar Senegal moet vertrekken.
De minister heeft in hoger beroep laten weten dat de vreemdeling met onbekende bestemming is vertrokken en dat de gemachtigde van de vreemdeling niet heeft laten weten dat hij nog contact met hem heeft. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State concludeert hieruit dat de appellant geen belang meer heeft bij een beoordeling van het hoger beroep, aangezien hij niet langer bescherming in Nederland zoekt. Daarom is het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.
De uitspraak is gedaan door mr. H.G. Sevenster, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J. van de Kolk, griffier. De uitspraak is openbaar gedaan op 1 mei 2025.