ECLI:NL:RVS:2025:1903
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- M. den Heyer
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 28 januari 2025 heeft de minister van Asiel en Migratie een aanvraag van verzoeker om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. Verzoeker, die ook voor haar minderjarige kinderen opkomt, heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen. De rechtbank heeft op 18 april 2025 het beroep ongegrond verklaard. Hierop heeft verzoeker hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 29 april 2025 uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de beoordeling van het hoger beroep nader onderzoek vergt en heeft daarom een voorlopige voorziening getroffen. Dit houdt in dat verzoeker niet mag worden uitgezet totdat er op het hoger beroep is beslist. Daarnaast is de minister van Asiel en Migratie veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van verzoeker, die in verband met de behandeling van het verzoek zijn opgekomen. De proceskosten zijn vastgesteld op € 907,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.