ECLI:NL:RBROT:2011:BU4412
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid hoofdaannemer voor mededelingen van onderaannemer en toepassing van artikelen 6:76 en 6:80 BW
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam diende, ging het om de vraag of een mededeling van een onderaannemer als mededeling van de hoofdaannemer kon worden beschouwd. De rechtbank oordeelde dat de mededeling van de onderaannemer niet zonder meer als een mededeling van de schuldenaar (hoofdaannemer) kon worden aangemerkt op basis van artikel 6:76 BW. Dit artikel biedt bescherming aan de opdrachtgever, maar vereist dat de hoofdaannemer de schijn van een toereikende volmacht heeft gewekt. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was dat de hoofdaannemer deze schijn had gewekt, waardoor de mededeling van de onderaannemer niet als zodanig kon worden toegerekend aan de hoofdaannemer.
De rechtbank behandelde ook de toepassing van artikel 6:80 BW, dat een limitatieve opsomming geeft van uitzonderingsgevallen waarin een schuldeiser voor de opeisbaarheid van de vordering bepaalde gevolgen van niet-nakoming kan inroepen. De rechtbank wees erop dat een ruime uitleg van de term 'mededeling van de schuldenaar' niet voor de hand ligt. De eisers hadden niet aannemelijk gemaakt dat de onderaannemer namens de hoofdaannemer sprak, en de rechtbank oordeelde dat de eisers niet gerechtigd waren om de overeenkomst te ontbinden of het werk stil te leggen op basis van de mededeling van de onderaannemer.
In reconventie werd de hoofdaannemer in het gelijk gesteld, en de rechtbank veroordeelde de eisers tot betaling van een bedrag van € 2.000,- aan de hoofdaannemer, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank oordeelde ook over de algemene voorwaarden en concludeerde dat de hoofdaannemer niet had aangetoond dat hij de eisers een redelijke mogelijkheid had geboden om van deze voorwaarden kennis te nemen. Hierdoor werd de vernietiging van de algemene voorwaarden door de eisers bevestigd, en de gevorderde contractuele rente werd afgewezen. De proceskosten werden toegewezen aan de hoofdaannemer, die in het gelijk was gesteld.