ECLI:NL:RBNHO:2021:6991
Rechtbank Noord-Holland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van een factuur en beoordeling van tekortkoming in nakoming van de overeenkomst
In deze zaak vordert eiser, h.o.d.n. [bedrijfsnaam eiser], betaling van een factuur van € 5.026,64 door gedaagde, h.o.d.n. [bedrijfsnaam gedaagde]. De vordering is ingesteld bij dagvaarding op 21 januari 2021. Gedaagde heeft schriftelijk geantwoord, maar is niet verschenen op de zitting van 21 juni 2021. Eiser stelt dat hij werkzaamheden heeft verricht in augustus 2018, waarbij gedaagde een vergoeding van € 3.775,00 verschuldigd is, maar deze niet heeft betaald. Daarnaast vordert eiser buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente.
Gedaagde betwist de vordering en stelt dat het factuurbedrag onjuist is en dat de werkzaamheden niet naar behoren zijn uitgevoerd. De kantonrechter oordeelt dat gedaagde de factuur moet betalen, omdat eiser niet tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst. Gedaagde heeft geen rechtsgevolg verbonden aan de gestelde tekortkoming en is niet ter zitting verschenen om zijn verweer nader toe te lichten. De kantonrechter wijst de vordering van eiser toe en veroordeelt gedaagde tot betaling van het gevorderde bedrag, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten komen voor rekening van gedaagde.