In deze zaak heeft NS Reizigers B.V. beroep ingesteld tegen een besluit van het Uwv, dat een werknemer per 6 mei 2023 geen Ziektewetuitkering zou krijgen vanwege ontslag op staande voet. Het bezwaar van de werknemer werd gegrond verklaard, waardoor hij recht kreeg op een Ziektewetuitkering vanaf 6 maart 2023. NS Reizigers B.V. trok haar beroep in na een gewijzigde beslissing van het Uwv op 4 september 2025, waarin het Uwv opnieuw besloot dat de werknemer geen uitkering zou ontvangen omdat hij niet arbeidsongeschikt werd geacht. Verzoekster vroeg om vergoeding van de proceskosten die zij had gemaakt in deze procedure. De rechtbank oordeelde dat het Uwv in de proceskosten moest worden veroordeeld, en stelde deze vast op € 4.175,39, inclusief griffierecht. De rechtbank baseerde haar beslissing op de artikelen 8:75 en 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht en het Besluit proceskosten bestuursrecht. De kosten voor rechtsbijstand en deskundige werden afzonderlijk berekend en goedgekeurd. De uitspraak werd gedaan door mr. G.P. Loman op 30 oktober 2025, en is openbaar gemaakt.