In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om herbeoordeling van het recht op kinderopvangtoeslag op grond van de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht). De aanvraag van eiseres werd door de Dienst Toeslagen afgewezen met een besluit van 17 juli 2023, en dit werd bevestigd in een bestreden besluit op 7 oktober 2024. De rechtbank heeft de zaak op 26 juni 2025 behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde, evenals de gemachtigden van verweerder, aanwezig waren.
Eiseres had voor de opvang van haar drie kinderen toeslag aangevraagd voor de jaren 2010, 2011 en 2012. De rechtbank concludeert dat er geen aanwijzingen zijn voor institutionele vooringenomenheid of hardheid in de toepassing van de regels. Eiseres heeft geen recht op compensatie, omdat de afwijzing van haar aanvraag zorgvuldig is voorbereid en goed is gemotiveerd. De rechtbank wijst erop dat de jaren voor 2010 niet zijn meegenomen in de beoordeling, maar dat dit niet relevant is voor de uitspraak.
De rechtbank oordeelt dat de Dienst Toeslagen terecht heeft vastgesteld dat eiseres niet is gedupeerd en dat de aanvragen voor kinderopvangtoeslag correct zijn behandeld. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om inzage in het persoonsdossier af, omdat dit dossier geen onderwerp van het beroep is. De uitspraak wordt openbaar uitgesproken op 24 juli 2025, en er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.