Uitspraak
RECHTBANK Den Haag
1.De procedure
2.De feiten
(…)ARTIKEL 13 ACCEPTATIEPLICHTOpdrachtnemer verleent jeugdhulp aan de jeugdige die volgens de daarvoor gestelde wettelijke bepalingen of gemeentelijke regelgeving naar hem is verwezen, tenzij:1. het budgetplafond van opdrachtnemer is bereikt;2. opdrachtnemer aantoonbaar niet de juist zorg kan bieden;3. dit in redelijkheid niet van opdrachtnemer kan worden gevraagd.(…)ARTIKEL 36 OPDRACHT(…)36.2. Opdrachtnemer hanteert bij de facturatie (…) Opdrachtnemer houdt ook dan rekening met de in deze resultaatovereenkomst vastgelegde afspraken over de bestedingsruimte.(…)ARTIKEL 38 BESTEDINGSRUIMTE38.1. Opdrachtgever stelt voor Opdrachtnemer per kalenderjaar de bestedingsruimte vast:- op nader vast te stellen bedrag als de omzet van Opdrachtnemer over het voorgaande kalenderjaar hoger was dan EUR 100.000,00.(…)38.2. Binnen de bestedingsruimte kunnen de producten worden geleverd zoals bedoeld in artikel 36.1.38.3. Bij verwachte over- of onderschrijving van de bestedingsruimte meldt opdrachtnemer dit schriftelijk bij opdrachtgever op het e-mailadres: jeugdhulp@hollandrijnland.nl. Opdrachtnemer meldt dit zo vroeg mogelijk, maar uiterlijk wanneer in een kalenderjaar 80% van het budgetplafond is uitgenut (…) Partijen treden na deze melding binnen twee weken in overleg, waarna opdrachtgever al dan niet besluit tot aanpassing van de bestedingsruimte. Zonder aanpassing van de bestedingsruimte, schriftelijk in een addendum vastgelegd door de manager TWO Jeugdhulp Holland Rijnland, betaalt opdrachtgever niet de facturen die de bestedingsruimte overschrijden.38.4. Opdrachtgever behoudt het recht om (op basis van eigen monitoring) de bestedingsruimte te wijzigen. Partijen treden na dit voornemen in overleg, waarna opdrachtgever al dan niet besluit tot aanpassing van de bestedingsruimte. Zonder aanpassing van de bestedingsruimte, schriftelijk vastgelegd door TWO Jeugdhulp Holland Rijnland, betaalt opdrachtgever niet de facturen die de bestedingsruimte
BIJLAGE 6. INDIVIDUELE CONTRACTAFSPRAKEN BEKOSTIGING – AMBULANT(…)Maximale bestedingsruimte (invulling aan artikel 38.1)Het maximale door de opdrachtnemer te factureren bedrag voor het totaal aan werkzaamheden gedurende het boekjaar bedraagt€ 0,-. Dit bedrag geldt als maximale bestedingsruimte. (…)
BIJLAGE 6:INDIVIDUELE CONTRACTAFSPRAKEN BEKOSTIGING- AMBULANT(…)Maximale bestedingsruimte (invulling aan artikel 38.1)De maximale bestedingsruimte voor het totaal aan ambulante werkzaamheden voor het boekjaar 2019 bedraagt: € 180.000.
(…)Er zijn 2 situaties:
Cliënten gestart in 2018 waarvoor TWO toestemming heeft gegeven binnen de financiële contractafspraken.
Cliënten gestart in 2019 waar geen financiële vergoeding tegenover staat en waar TWO Jeugdhulp geen separate toestemming voor heeft gegeven.
(…)Ik heb u een aantal documenten aangeleverd, die ik nogmaals zal bijvoegen in deze mail:
Overzicht betaalde facturen 2019 Holland Rijnland met een totaal van € 194.856,45.
Overzicht openstaande facturen t/m april 2019 Holland Rijnland met een totaal van € 120.032,85.
In februari 2019 is het openstaande bedrag € 6.690,80
In maart 2019 is het openstaande bedrag € 31.574,05
In april 2019 is het openstaand bedrag € 81.768,00
(De inschatting van de facturen van de maand mei bedraagt: € 55.000,00).
(…)In 2019 heeft HR in totaal een bedrag van € 195.375,94 aan facturen van gefailleerde betaald(bijlage 2)terwijl de maximale aan gefailleerde opgelegde - niet reële - bestedingsruimte van € 222.058,48 (vide bijlage 1) vooralsnog niet is volgelopen. Het verschil tussen deze bedragen – derhalve € 26.682,54 – dient HR in ieder geval nog aan de curator te betalen. Per 21 mei 2019 heeft gefailleerde uit hoofde van verschillende reeds aan HR uitgereikte facturen een opeisbare vordering van € 184.130,10(bijlage 3). De curator heeft het onderhandenwerk van gefailleerde per faillissementsdatum op 1 juli 2019 uitgefactureerd. Uit hoofde van de uitfacturatie van het onderhandenwerk heeft gefailleerde uit 15 facturen met nummers 20190615 tot en met 20190629 in totaal nog een vordering van € 5.607,20 op HR(bijlage 3). De opeisbare vordering van gefailleerde op HR bedraagt derhalve € 189.737,30 (€ 184.130,10 + € 5.607,20). (…)’
(…) Voor het jaar 2019 kon Holland Rijnland wel een bestedingsruimte vaststellen op basis van de omzet van [bedrijf] over 2018. Bij de vaststelling van deze bestedingsruimte speelde de volgende omstandigheden een rol: i) de begrote omzet van [bedrijf] voor 2018 was ca. € 500.000,- waarvan daadwerkelijk € 269.000,- is gerealiseerd, ii) het behandeltraject van [bedrijf] duurt naar eigen zeggen gemiddeld 4-8 maanden en iii) het grootste deel van de cliënten zijn in juni/juli 2018 ingestroomd en zouden naar verwachting begin 2019 uitstromen. Op basis van deze gegevens heeft Holland Rijnland voor [bedrijf] voor 2019 een maximale bestedingsruimte van € 180.000,- vastgesteld en neergelegd in (de tweede) bijlage 6 bij de Resultaatovereenkomst.(…)’
(…)Het bedrag aan beschikking van afgegeven in 2018 is ca. 600K en niet 500K.(…)Elke beschikking wordt afgegeven over12 maanden. Op de beschikking staat vermeld het bedrag in 2018 en het bedrag in 2019. (…)Omdat binnen een week van elk kwartaal door Holland Rijnland een klanten stop werd afgekondigd, werden de klanten een kwartaal doorgeschoven.Zo ook in de maand oktober en november 2018 kregen wij beschikkingen vanuit het veld om te starten in 2019. In 3 crisis situaties mochten wij toch starten in 2018, maar het budget ging niet mee naar 2019.(…)’