Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 5 maart 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van eiser, een Marokkaanse staatsburger. Eiser had op 2 november 2020 een maatregel van bewaring opgelegd gekregen op grond van de Vreemdelingenwet 2000. Hij heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting niet nodig was en heeft de zaak op basis van de ingediende stukken beoordeeld.
Eiser stelt dat er geen redelijk vooruitzicht op uitzetting is, verwijzend naar de tijdelijke sluiting van de grenzen door de Marokkaanse regering in verband met de coronamaatregelen. Hij betoogt dat deze situatie, die naar verwachting tot eind september 2021 zal aanhouden, de uitvoering van de maatregel van bewaring onrechtmatig maakt. Verweerder, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft echter aangevoerd dat de maatregel rechtmatig voortduurt en dat de situatie met betrekking tot de reismogelijkheden naar Marokko tijdelijk is.
De rechtbank oordeelt dat de tijdelijke sluiting van de grenzen geen reden is om te concluderen dat er geen redelijk vooruitzicht op uitzetting is. De rechtbank volgt de argumenten van eiser niet en verklaart het beroep ongegrond. Ook het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De rechtbank benadrukt dat de vraag naar feitelijke belemmeringen voor uitzetting pas aan de orde komt als er een vlucht kan worden geboekt, wat afhankelijk is van het verkrijgen van de juiste reisdocumenten.