Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 juni 2021 uitspraak gedaan in een beroep tegen de voortduren van de maatregel van vreemdelingenbewaring van een Guinese eiser. De eiser, die al meer dan vier maanden in vreemdelingenbewaring zat, stelde dat er geen redelijk vooruitzicht op verwijdering was en dat de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid onvoldoende voortvarend handelde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring op 5 februari 2021 was opgelegd en dat de eiser sindsdien actief had verzocht om terugkeer naar Guinee, maar geen concreet bewijs kon overleggen van zijn medewerking aan de uitzetting. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris voldoende inspanningen had geleverd om de uitzetting te realiseren, waaronder het regelmatig rappelleren bij de Guinese autoriteiten en het voeren van vertrekgesprekken met de eiser. De rechtbank concludeerde dat er geen reden was om te oordelen dat de maatregel van bewaring niet rechtmatig was en dat de belangen van de Staat zwaarder wogen dan die van de eiser. Het beroep van de eiser werd ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De rechtbank benadrukte dat de eiser zijn medewerkingsplicht niet voldoende had ingevuld, wat een belangrijke factor was in de beslissing om de maatregel van bewaring te handhaven.