Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 april 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van eiser, die de Belgische nationaliteit claimt. Eiser was in vreemdelingenbewaring gesteld op basis van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid de maatregel van bewaring terecht heeft opgelegd, omdat er een risico bestond dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken en de voorbereiding van zijn vertrek of uitzettingsprocedure zou ontwijken of belemmeren.
Eiser voerde aan dat hij niet in staat was om aan de opgelegde verplichtingen te voldoen, omdat hij in strafrechtelijke detentie verbleef op het moment dat hem de beschikking werd uitgereikt om Nederland te verlaten. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat er geen bewijs was dat eiser op dat moment in detentie zat en dat hij niet binnen de gestelde termijn aan de verplichtingen had voldaan. De rechtbank oordeelde dat de zware gronden die aan de maatregel van bewaring ten grondslag lagen, terecht aan eiser waren tegengeworpen.
De rechtbank heeft ook overwogen dat de staatssecretaris bezig was met het regelen van de uitzetting van eiser naar België, met inachtneming van de medische waarborgen die nodig waren. Eiser had herhaaldelijk aangegeven Nederland niet te willen verlaten, wat de staatssecretaris als een zware grond aanvoerde. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 30 april 2021.