ECLI:NL:OGEAA:2017:443

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
31 mei 2017
Publicatiedatum
14 juni 2017
Zaaknummer
K.G. 439 van 2017
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding tussen Aruba Trading Company en Land Aruba betreffende regeling overeengekomen

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de naamloze vennootschap Aruba Trading Company (ATC) een kort geding aangespannen tegen de publiekrechtelijke rechtspersoon Land Aruba. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 2 maart 2017 werd ingediend, gevolgd door pleitnota's van beide partijen en aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling op 24 maart 2017. Op 19 april 2017 heeft de gemachtigde van ATC een brief overhandigd van de Directie Infrastructuur en Planning, gedateerd 7 april 2017, waarin een regeling tussen partijen werd besproken.

De partijen hebben hun geschil uiteindelijk geregeld, zoals blijkt uit de rolmededeling en de eerder genoemde brief. ATC vroeg om een kostenveroordeling, maar het Land heeft zich hiertegen verzet. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de vorderingen van ATC niet volledig zijn geaccepteerd door het Land, wat impliceert dat beide partijen concessies hebben gedaan. In het dictum van het vonnis is volstaan met een verwijzing naar de regeling in de brief van 7 april 2017. Het Gerecht heeft besloten dat de proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Het vonnis is uitgesproken op 31 mei 2017 door mr. J. Sap, rechter, in aanwezigheid van de griffier. Dit vonnis bevestigt de regeling die partijen hebben bereikt en benadrukt het belang van het dragen van eigen kosten in dergelijke overeenkomsten tussen professionele partijen.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 31 mei 2017
Behorend bij K.G. 439 van 2017
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ARUBA TRADING COMPANY,
te Aruba,
hierna ook te noemen: ATC,
gemachtigde: advocaat mr. J.S. Croes,
tegen:
de publiekrechtelijke rechtspersoon
LAND ARUBA,
te Aruba,
hierna ook te noemen: het Land,
gemachtigde: de heer mr. A. Lumenier (DWJZ).

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 2 maart 2017;
- de pleitnota van ATC;
- de pleitnota van het Land;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 24 maart 2017,
- de mededeling van de gemachtigde van ATC ter rolle van 19 april 2017, waarbij is overhandigd een brief van de Directie Infrastructuur en Planning van 7 april 2017.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.OVERWEGINGEN

2.1
Partijen hebben hun geschil geregeld, zoals blijkt uit de rolmededeling en de brief van de Directie Infrastructuur en Planning van 7 april 2017. Zij vragen om vastlegging in dit vonnis. Voorts heeft ATC om een kostenveroordeling gevraagd. Tegen dit laatste heeft het Land zich verzet.
2.2
In het dictum zal worden volstaan met een verwijzing naar de brief van 7 april 2017, waarin de regeling is opgenomen.
2.3
Uit de regeling die partijen hebben getroffen en zoals die blijkt uit de brief van 7 april 2017, leidt het Gerecht af dat de vorderingen van ATC niet integraal zijn geaccepteerd door het Land, zodat daaruit kan worden afgeleid dat beide partijen water bij de wijn hebben gedaan. Passend bij een regeling (zeker tussen professionele partijen) is dat partijen hun eigen kosten dragen. Het Gerecht ziet dan ook geen reden om het Land alsnog in de kosten te veroordelen.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
verstaat dat partijen een regeling hebben bereikt, zoals die blijkt uit de brief van de Directie Infrastructuur en Planning van 7 april 2017;
compenseert de proceskosten in dier voege dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. J. Sap, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 31 mei 2017 in aanwezigheid van de griffier.