Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
- a) [geïntimeerde] exploiteert een advocatenkantoor, On-Air houdt zich bezig met financiële holdings. On-Air maakte deel uit van het Brandia Global SA-concern (verder: het Brandia-concern).
- b) In oktober 2016 heeft On-Air zich voor juridische advisering en bijstand gewend tot [geïntimeerde] .
- c) Bij brief van 11 oktober 2016 heeft [geïntimeerde] aan On-Air – in de persoon van haar bestuurder, [A] – het volgende geschreven:
[B] € 260,00
[C] € 260,00
[D] € 330,00
- d) Bij e-mail van 11 oktober 2016 heeft [A] deze opdracht bevestigd.
- e) [geïntimeerde] heeft tevens juridische diensten verleend aan andere tot het Brandia- concern behorende vennootschappen.
- f) [geïntimeerde] heeft On-Air onder meer de volgende facturen, telkens met een specificatie, toegestuurd: