Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.DE SNEEKER PAN V.O.F.,
1.Het geding in hoger beroep
- betaling van een billijke vergoeding ex artikel 7:683 lid 3 BW groot € 30.000,- bruto, een transitievergoeding groot € 4.261,- bruto en een vergoeding wegens onregelmatige opzegging ex artikel 7:672 lid 10 BW, alles te vermeerderen met de wettelijke rente,
- het opstellen van een deugdelijke eindafrekening,
- betaling van niet-uitgekeerde fooien, vergoeding voor opgebouwde maar niet-genoten vakantiedagen en kleine loonverschillen, alles te vermeerderen met de wettelijke rente,
- overlegging van deugdelijke specificaties en - na vermeerdering van het verzoek tijdens de mondelinge behandeling - een jaaropgave over 2018, op straffe van verbeurte van een dwangsom,
2.Feiten
3.Beoordeling
20) juni 2018 opzettelijk eigendommen van De Sneeker Pan c.s. heeft beschadigd door camera’s van de muren af te trekken waardoor deze niet meer gebruikt konden worden. Op de camerabeelden die tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep zijn vertoond, is alleen te zien dat [appellant] kabels van de camera’s heeft losgetrokken. Ander bewijs hebben De Sneeker Pan c.s. van dit verwijt niet aangeboden. [appellant] heeft ten slotte eveneens gemotiveerd betwist dat hij op 20 juni 2018 zijn werkgever met de dood heeft bedreigd. [appellant] heeft gesteld, voor zover bepaalde uitlatingen van hem als dreigend opgevat zouden kunnen worden, dat hij daarmee reageerde op eerdere, dreigende uitlatingen van zijn werkgever. De geluidsopnames die behoren bij de camerabeelden die tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep zijn vertoond, zijn dermate onduidelijk dat niet vastgesteld kan worden welke uitlatingen partijen die dag over en weer hebben gedaan. Slechts een zeer beperkt deel van de door partijen over en weer gedane uitlatingen is te verstaan. Daardoor is de context waarin de betreffende opmerkingen werden gemaakt niet duidelijk geworden. Het gedeelte van de geluidsopnames dat wel verstaanbaar is, is onvoldoende om te oordelen dat van de uitlatingen van [appellant] een bedreiging jegens zijn werkgever is uitgegaan. Ander bewijs hebben De Sneeker Pan c.s. van dit verwijt niet aangeboden.