Uitspraak
mr. M.S. Katte Amsterdam,
mr. I.M.C.A. Reinders Folderte Amsterdam.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een werknemer, [appellant], die op staande voet is ontslagen door zijn werkgever, AVIAPARTNER CARGO B.V., wegens verdenking van diefstal van mobiele telefoons. De werknemer was sinds 2003 in dienst bij AVIAPARTNER en had een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De verdenking van diefstal ontstond na de vermissing van 43 mobiele telefoons, die op 19 april 2012 in de bedrijfsruimte van AVIAPARTNER waren opgeslagen. Op die dag was [appellant] werkzaam in die ruimte en zijn gedragingen werden vastgelegd door een bewakingscamera. De beelden toonden aan dat hij zich op verdachte wijze gedroeg in de nabijheid van het pakket met de telefoons, wat leidde tot de verdenking van diefstal.
Na de melding van de vermissing op 20 april 2012, heeft AVIAPARTNER op 25 april 2012 [appellant] op staande voet ontslagen. In de ontslagbrief werd aangegeven dat zijn gedragingen het vertrouwen in hem ernstig hadden beschaamd en dat er een dringende reden voor ontslag aanwezig was. [appellant] ging in hoger beroep tegen het vonnis van de kantonrechter, die het ontslag had goedgekeurd. Hij voerde aan dat er geen dringende reden voor het ontslag was en vorderde onder andere doorbetaling van zijn loon.
Het hof oordeelde dat de verdenking van diefstal volkomen gegrond was, gezien de camerabeelden en de omstandigheden. De betrokkenheid van [appellant] bij het 'inbouwen' van het pakket en zijn gedrag na de vermissing waren overtuigende aanwijzingen voor zijn betrokkenheid bij de diefstal. Het hof bevestigde dat AVIAPARTNER op goede gronden het ontslag had gegeven en dat er een dringende reden voor het ontslag bestond. De vorderingen van [appellant] werden afgewezen en het vonnis van de kantonrechter werd bekrachtigd.