3.1.Ingevolge artikel 4:23, eerste lid, van de Awb, verstrekt een bestuursorgaan slechts subsidie op grond van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. Ingevolge artikel 4:49, eerste lid, aanhef en onder c, van de Awb, kan het bestuursorgaan de subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen indien de subsidieontvanger na de subsidievaststelling niet heeft voldaan aan aan de subsidie verbonden verplichtingen. Ingevolge artikel 4:57, eerste lid, van de Awb kan het bestuursorgaan onverschuldigd betaalde subsidiebedragen terugvorderen.
De subsidie is verleend in het kader van de Regeling. Het bestreden besluit dateert van na 1 januari 2016. Met ingang van 1 juli 2015 is de Regeling Europese EZ-subsidies in werking getreden en per 1 januari 2016 is de Regeling ingetrokken (artikel 6.4 van die Regeling). Ingevolge artikel 6.2, tweede lid, aanhef en onder c, van de Regeling Europese EZ-subsidies (die per 30 november 2018 ingevolge artikel 6.5 van die Regeling de citeertitel Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies heeft), blijft de Regeling van toepassing op subsidies die voor 1 januari 2016 zijn verleend op grond van die regeling.
Ingevolge artikel 1:1 van de Regeling wordt in de Regeling onder landbouwonderneming verstaan: onderneming waarin de primaire productie van landbouwproducten plaatsvindt.
Ingevolge artikel 1:2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Regeling kan op grond van die regeling door verweerder subsidie worden verstrekt voor de uitvoering van activiteiten in Nederland die bijdragen aan de verbetering van het concurrentievermogen van de landbouwsector, bosbouwsector of visserijsector.
Ingevolge artikel 1:20, vijfde lid, aanhef en onder a en b van de Regeling wordt, indien subsidie wordt verstrekt voor een investering, de beschikking tot subsidievaststelling onverminderd artikel 4:49 van de Awb, ingetrokken indien (a) de investering gedurende vijf jaar te rekenen vanaf de datum van subsidievaststelling een belangrijke wijziging ondergaat die de aard van de investering of de bij of krachtens deze regeling opgelegde uitvoerings-voorwaarden raakt of (b) een onderneming of overheidsinstantie onrechtmatig voordeel oplevert.
Ingevolge artikel 2:37, eerste lid, aanhef en onder d, van de Regeling kan verweerder voor een investering als bedoeld in bijlage 2 bij deze regeling subsidie verstrekken aan landbouwondernemingen of samenwerkingsverbanden, genoemd bij die investering, voor zover die investering leidt tot de instandhouding en verbetering van de instandhouding en verbetering van het natuurlijk milieu, de hygiënische omstandigheden, dierenwelzijn, voedselveiligheid of duurzaam gebruik van energiebronnen.
Op grond van Bijlage 2 bij de Regeling (hoofdstuk 7, onder A, categorie 4 onder 1 en onder 2), voor zover hier van belang, kan subsidie worden verleend voor de daar opgesomde machines of installaties voor zover deze op de landbouwonderneming energie uit uitsluitend hernieuwbare energiebronnen produceren of energie of warmte hergebruiken of besparen. De subsidie wordt voor die machines uitsluitend verstrekt indien de energie of warmte uitsluitend wordt gebruikt door de landbouwonderneming die de subsidie heeft aangevraagd ten behoeve van landbouwdoeleinden van die onderneming.