3.2Verweerder voert in verweer, voor zover van belang, aan dat de Nederlandse dierenartsen hebben geconcludeerd dat de pups bij invoer in Nederland jonger zijn geweest dan 15 weken en daarom niet kunnen beschikken over een geldige rabiësvaccinatie. Daarom wordt niet voldaan aan de invoervereisten om de pups in Nederland te brengen en bestaat er een serieus gevaar voor de volksgezondheid en de diergezondheid vanwege het risico op insleep van rabiës in Nederland. Gelet hierop was het noodzakelijk om spoedbestuursdwang toe te passen.
4. De Regeling handel luidt voor zover van belang als volgt:
2. Het brengen in Nederland van:
- vee, pluimvee, apen, hoefdieren, bijen, honden, katten, fretten en lagomorfen met gezondheidscertificaat en van producten, verzonden vanuit een lidstaat of een andere staat die partij is bij het EER-Verdrag dan wel vanuit een derde land en via het grondgebied van een lidstaat in Nederland worden gebracht;
(…) is verboden.
1. Het verbod, bedoeld in artikel 2.1, tweede lid, eerste gedachtenstreepje, geldt niet ter zake van het brengen in Nederland van dieren en producten die zijn verzonden vanuit een lid-staat (…) mits voldaan wordt aan, voor zover van toepassing, het tweede tot en met het vierde lid, en de artikelen 2.23 tot en met 2.31.
2. Indien de dieren of producten zijn verzonden vanuit een lid-staat en bestemd zijn voor Nederland of een lid-staat: (…)
b. wordt voldaan aan: (…)
- afdeling 3 van hoofdstuk 8 (http://wetten.overheid.nl/BWBR0007049/2016-05-01), indien het apen, hoefdieren, bijen, honden, katten en lagomorfen met gezondheidscertificaat betreft
(…).
Artikel 2.32
1. Indien wordt vermoed of geconstateerd dat er verwekkers van ziekten, zoönosen, of andere aandoeningen, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van richtlijn 90/425/EEG, aanwezig zijn of dat de dieren of producten afkomstig zijn uit een met een epidemische dierziekte besmet gebied, worden, zonder vergoeding van Staatswege en voor rekening van de verzender, diens gemachtigde of degene die met de zorg van de dieren of de producten is belast, al naar gelang de minister daaromtrent heeft besloten en met inachtneming van diens aanwijzingen:
a. de dieren, met inachtneming van artikel 6, van richtlijn 90/425/EEG, in tijdelijke afzondering geplaatst, of
b. de dieren of producten gedood of vernietigd.
(…)
1. Indien een partij is verzonden vanuit een lid-staat en bestemd is voor Nederland of een lid-staat, gaat zij vergezeld van:
(…)
e. het gezondheidscertificaat dat op grond van artikel 10, tweede lid, van richtlijn 92/65/EEG is voorgeschreven, indien het honden, katten of fretten betreft.
2. Indien het honden, katten of fretten betreft, voldoet de partij aan artikel 10, tweede lid, van richtlijn 92/65/EEG.”